zaterdag 25 april 2015

Waar komt onze weerstand vandaan?

Daar is een moeilijk antwoord op en een makkelijk antwoord.
Ik kies hier even het makkelijke antwoord, al is het wat langer. Iedereen kan het begrijpen omdat je het direct hebt meegemaakt of het aan het meemaken bent.
Het moeilijke antwoord heeft te maken met chaos en orde en entropie en daarvoor moeten we waarschijnlijk een aantal begrippen uitleggen en definieren.


Makkelijke antwoord:
Vanaf het moment dat we geboren zijn vormen we in ons hoofd een beeld van de wereld.
We proberen dingen te scheiden, eerst de wereld van onszelf, we herkennen ons eigen lijf, leren het te bewegen op een manier die voor ons handig is. Het eerste wat we vormen is dus een beeld van onszelf en van wat we kunnen en wat we ervaren. Het is het allereerst dat ooit belangrijk was.
Zodra we merken dat we onszelf beheersen, gaan we onze omstandigheden proberen te veranderen.
Hierbij laten we ons leiden door onze onbevangenheid en drang naar comfort en voeding. We spelen, zijn ongeremd creatief als we ons in een veilige omgeving voelen.
Dit is allemaal ingebakken. Ieder kind doet dit en het is goed.

Na verloop van tijd worden we steeds bedrevener in het veranderen van onze omgeving en onze onbevangenheid leidt ons steeds vaker naar oncomfortabele omstandigheden.
We doen ons pijn bij een experiment. We leren voorzichtigheid en we leren doorzetten.
Onze creativiteit pakt verkeerd uit als we op het behang tekenen en we krijgen te maken met discipline. We leren wanneer we een strijd moeten opgeven en we leren angst, die heel erg lijkt op voorzichtigheid, maar verlammend is.

Zo verliezen we veel van onze onbevangheid en ontwikkelen onze angst en voorzichtigheid. Wat overblijft is nieuwsgierigheid, Nieuwsgierigheid is gerichter en heeft een focus en loopt dus minder snel tegen die pijnlijke, lastige of vervelende grenzen aan. Grenzen die echt zijn of die ons worden opgelegd (vaak met de beste bedoelingen)
We leren vraagstukken te formuleren en op te lossen, zonder al te veel experiment.
Dit verandert ook ons wereldbeeld. We richten ons op abstractere dingen.
Dit is logisch en het is goed.

Daarna wordt er van ons gevraagd mee te draaien in de maatschappij. We krijgen steeds meer verantwoordelijkheid. We moeten afspraken leren. Daarop worden we voorbereid op bijvoorbeeld school (maar ook zonder school loopt dit proces). Onze manier waarop we de wereld naar ons hand kunnen zetten, hangt af van ons vermogen praktisch te zijn.
Nieuwsgierigheid is niet praktisch.Praktisch is de beste manier leren om iets te doen.
Dit is waardevol. En weer veranderd ons wereldbeeld. We richten ons op methodes, afspraken en controle uitoefenen.

Nu we hier zijn, zitten we boordevol weerstand tegen nieuwe dingen en ideeen, (het tegenovergestelde van onbevangenheid) en tegelijk boordevol met beelden over onszelf en het leven die niet kloppen. In ons hoofd of onder invloed van ouders, vrienden of maatschappij, hebben we de dingen vereenvoudigd om er grip op te krijgen.
We merken dat dat beeld niet helemaal klopt (we zitten vol illusies) maar het maakt niet zoveel uit.

We hebben een duidelijk beeld van hoe we ons leven willen hebben en zijn druk aan het streven om het zo te krijgen of te houden.
We zijn op zoek naar controle om onze comfort te behouden. En weer veranderd ons wereldbeeld en we omarmen de grootste illusies: controle is mogelijk en goed, dingen zijn constant.
Omdat we hebben ervaren, dat nieuwe mensen, dingen en ideeen vaak leiden tot een vermindering van controle en dus een vermindering van levensstandaard of allerlei lastige consequenties, of akelige vragen die we niet kunnen beantwoorden, gaan we dat uit de weg. Het is de manier waarop we succesvol zijn, dus dat is logisch en het is goed.
Maar het is niet alles wat we kunnen met onze hersens, we hebben een 'closed mind', zijn intolerant..
Maar de onbevangenheid, de 'open mind' van onze kindertijd raakt een beetje in de verdrukking.

Nou is er niks mis met intolerant of vooringenomen zijn. Zolang je er maar niet naar handelt.
En er niemand mee kwetst. Je kunt prima je hele leven leven met een 'closed mind'.
We moeten zelfs een groot gedeelte van onze tijd een 'closed mind' houden om onze levensstandaard te behouden: we moeten werken.. (toch?)
Maar een gesloten geest is een staat van verzet. Het kost energie.


En vaak gaat het knagen. Er komen vragen op. Grote vragen (die we een voor een zullen behandelen), kleine vragen. Je merkt de verschillen tussen je wereldbeeld en de echte wereld en schud het misschien van je af, maar het blijft onderhuids knagen.
Zijn we lang intolerant, dan gaan we ons vaak wat ongelukkig voelen of zorgen maken, omdat datgene wat we willen, controle, in gevaar lijkt te zijn.
Als de omstandigheden dat toelaten worden we weer een beetje nieuwsgierig naar de grote vragen, die we ergens onderweg lieten liggen. We noemen dat zelf-ontplooiing.

En dan moeten we weer opnieuw leren hoe we onze creativiteit inzetten en hoe we onbevangen kijken naar dingen, die we als kind heel natuurlijk vonden en nu een beetje raar: Spelen.
Spelen met gedachten, met je omgeving, met andere mensen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten