(En een benaming voor de mate van wanorde in een systeem, als je precies wilt zijn)
Dit lijkt misschien erg abstract, maar stel je het volgende voor:
ALLES NEIGT NAAR WANORDE
Je maakt een blokkentoren met houten blokken. Met andere woorden: je brengt orde aan.
Je maakt een blokkentoren met houten blokken. Met andere woorden: je brengt orde aan.
Er is een oneindig aantal verschillende manieren, waarop je de blokken kan neerzetten, zodat het een blokkentoren vormt.
Toch is er een groter aantal manieren waarop diezelfde blokken geen blokkentoren vormen, wanneer ze in wanorde zijn.
Zo is het altijd, er zijn altijd meer manieren om in een staat van wanorde te zijn, dan in een staat van orde.
Neem dit voorlopig aan, of probeer het te testen.
Neem nu een dobbelsteen in gedachten.
We gaan er even van uit dat een dobbelsteen op zes manieren tot rust kan komen op een plat vlak en dat dit geheel toevallig is.
Als je 600 keer met een dobbelsteen gooit zal je dus gemiddeld gesproken ongeveer 100 keer een 1 gooien.
Anders gezegd is de kans op een 1: 100/600 of 1/6.
De kans dat hij NIET op een 1 zal landen is 5/6.
(Als je precies wilt zijn is het iets minder, want hij kan ook op het randje blijven balanceren, op een punt en helemaal niet 'neerkomen' in de conventionele zin van het woord. Deze kansen laat ik even buiten beschouwing)
(Als je precies wilt zijn is het iets minder, want hij kan ook op het randje blijven balanceren, op een punt en helemaal niet 'neerkomen' in de conventionele zin van het woord. Deze kansen laat ik even buiten beschouwing)
Als we 1 beschouwen als orde en 2/6 als chaos, wat is dan het meest waarschijnlijke?
Zo is de staat van wanorde waarschijnlijker dan de staat van orde: gewoon omdat er meer van zijn.
Zo is de staat van wanorde waarschijnlijker dan de staat van orde: gewoon omdat er meer van zijn.
WAAROM ZIJN DINGEN ER UBERHAUPT?
Waarom zijn er dan uberhaupt dingen en leven we niet in een soep van uiteengevallen materie?
Als je deze gedachte doorvoert kom je bij gekke consequenties:
Je weet je dat geen enkele organisatie voor eeuwig is. Ieder huis stort een keer in. Er is energie voor nodig om het te onderhouden en dit moment uit te stellen.
Dit komt omdat ieder proces dat te maken heeft met het huis de wet van entropie volgt en dus gemiddeld gesproken eindigt in wanorde.
Ieder lijf gaat een keer dood. (dit is overigens niet geheel hetzelfde: zie eeuwig leven mogelijk?)
We moeten eten om dat te uit te stellen en bouwen ons lijf steeds opnieuw op uit ons voedsel. Je hebt vast wel eens gehoord, dat iedere vijf jaar je lijf bestaat uit nieuwe cellen of nieuwe materie.
DYNAMISCHE EVENWICHT: HET VERWEER TEGEN CHAOS
We moeten eten om dat te uit te stellen en bouwen ons lijf steeds opnieuw op uit ons voedsel. Je hebt vast wel eens gehoord, dat iedere vijf jaar je lijf bestaat uit nieuwe cellen of nieuwe materie.
DYNAMISCHE EVENWICHT: HET VERWEER TEGEN CHAOS
Je lijf en een huis zijn een voorbeeld van een dynamisch evenwicht, er komt ongeveer evenveel bij als dat eraf valt en daardoor lijkt het constant.
Wil je een nog simpeler voorbeeld van een dynamisch evenwcht: je wenkbrauwen.
Je haartjes groeien voortdurend en vallen voortdurend uit, maar je wenkbrauwhaar is gemiddeld gesproken even lang. Dit geld ook voor je normale haar, alleen ligt de evenwichtslengte voor de meeste mensen op een onpraktische of onmodieuze lengte. Daarom ga je naar de kapper.
Je haartjes groeien voortdurend en vallen voortdurend uit, maar je wenkbrauwhaar is gemiddeld gesproken even lang. Dit geld ook voor je normale haar, alleen ligt de evenwichtslengte voor de meeste mensen op een onpraktische of onmodieuze lengte. Daarom ga je naar de kapper.
Als je kijkt met microscopen etc zie je ditzelfde principe ook op moleculair niveau en ook atomair niveau. Er zijn eigenlijk geen constanten, maar wel dynamische evenwichten.
Hoe kan het dan, dat niet alles uit elkaar valt tot een soort oersoep?
De theorie is, dat het dat ook doet, alleen het duurt heel lang en het gaat niet constant.
Alles is in beweging van een ultieme concentratie (zie big bang) naar een egale verdeling van energie over alle beschikbare ruimte. Wij zitten ergens daartussen.
Ook zit er op sommige plekken meer wanorde dan op andere. De energie van alle orde op aarde (en dus alle leven) komt van de zon. De zon is een gigantische, chaotische plek, waardoor wij orde kunnen hebben en kunnen blijven hebben voor een poosje.
Als in een bocht in de rivier, waar het water rustiger is. Maar na verloop van tijd zal de bocht afkalven en na een tijdje ligt hij midden in de rivier.
WEERSTAND
Hiervan komt ook onze weerstand tegen verandering. Hij zit ingebakken in het leven zelf, in de orde, die het leven is. Iedere toevallige verandering vergroot (zeer mogelijk) de chaos.
Toch is het een verkeerd beeld om onszelf als onveranderlijk te zien en iedere chaos als bedreigend. Ons lijf is een dynamisch evenwicht en onze geest ook. Waren we constant, dan konden we ons niet aanpassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten