zaterdag 25 april 2015

Illusie van Kennis

Spreekt u genoeg Engels voor een grapje?:
"A budhist walks up to a hotdog stand and says: make me one with everything".

Grappig, want dat is wat je zegt bij de hotdog kraam: doe mij er eentje met alles (erop, mosterd, uitjes enz..)
En ook wat je wil als boedhist, één worden met alles.

Maar nu de illusie van kennis.
Vertaal deze grap in het Nederlands:

De boedhist zegt: "Maak mij er één met alles" of "Maak mij één met alles".
Daarin zit een betekenisverschil in het Nederlands.
Hetgeen deze grap erg moeilijk te vertalen maakt. Maar u kon het vast wel volgen.

U spreekt namelijk goed Nederlands. Anders las u dit niet.
U heeft ontleden op school gehad?
Dat was makkelijk, weet u nog?
Persoonsvorm, verander de tijd van de zin en de persoonsvorm veranderd.
Onderwerp - de handelaar, antwoord op de vraag: "wie?" + gezegde
Gezegde - alle werkwoorden
Lijdend voorwerp - wie/wat + gezegde + onderwerp?
Meewerkend voorwerp - aan wie
Bijvoeglijke bepaling - zegt iets over een zelfstandig naamwoord, blauwe bloem..
Bijwoordelijke bepaling - de tijd, de plaats plaats, zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord of werkwoord (bijv heel hard) of geeft antwoord op een restvraag. (soort prullebak)

Dan heb je alles gehad, toch? Dus we kunnen met een beetje oefenen alles wel benoemen?
Wonderlijk toch, dat taal zo simpel kan zijn.

Nu "Maak mij er één met alles"
Wat is dat woordje 'er' dan?
Als u een hint wilt voor het antwoord, kijk dan hier.
En waarom is 'er' zo verrekte belangrijk in het Nederlands?
En als het zo belangrijk is, waarom ontbreekt het dan in andere talen?

Dat kunt u vast niet beantwoorden. Toch vond u dat u goed bent in Nederlands. En dat mag u best vinden, maar dat is nu de illusie van kennis.
Het komt alleen maar omdat u consequent zinnen kreeg die vrij makkelijk te ontleden waren en bij uw kennisniveau pasten. Zo komt u aan die indruk.
In werkelijkheid weet u niks van taal:

Vrekalar mraa enes waroam gie dit knut leezn, bjivoarbield?
Hat as doch woon te gak, det joe vraawel aals ken frandren, ma da je heh nog stees grijpt?
La gwoon d'elf wag oof vraandr zoma wa ledders. Hat makt ammaal naks uut.
'tuurlijk 't is wa moeker dan nommale taal, maar wrom werktut uberhout?

Nog een voorbeeld:
U weet hoe een fiets eruit ziet?
Teken dan een fiets uit uw hoofd, zonder te spieken. Moet u echt even doen..
Pak dan eens een foto erbij.
Als u niet tekent voor uw beroep of fietsenmaker bent, bakte u er waarschijnlijk niet veel van.
Toch dacht u van tevoren, dat u het kon.

Laatste voorbeeld.
Hoeveel zintuigen heeft u?
U zei vast vijf of maakte een grapje over het zesde zintuig.
Noemt u ze eens op.
-Horen, ruiken, proeven, zien, voelen.
Dus dat is alles wat u kan waarnemen?
Ja? Eventueel een zesde zintuig erbij..
U voelt hem mischien al aankomen, maar ik weet vrij zeker dat u het volgende niet had verwacht:

Had u in het rijtje met alles wat u kunt waarnemen ook: evenwicht, acceleratie (denk maar aan een lift), zwaartekracht, tijd, pijn, temperatuur, druk, vibratie, feromonen, spierspanning, honger, blozen en weet u, ik kan nog wel even doorgaan en het erge is: u ook!
Waarom dan deze leugen over de 5 zintuigen.
Dit komt omdat het zo fijn is om alles te weten, om het op een rijtje te hebben.
Het komt door de illusie van kennis.

Ok, echt het laatste voorbeeld: hoe werkt eigenlijk een naaimachine of een rits? Precies?
Vraag u zich dit wel eens af voor alle dingen om u heen.. Doe het nu eens..
Hoe werkt lijm? Wat is het eigenlijk. Of plakband.. Leeft gist of een anemoon? Zien we altijd dezelfde kant van de maan, of draait ie ook rond? Teken een paperclip of een matteklopper. Bestaat geld eigenlijk wel?
En u komt tot de verstommende ontdekking: "ik weet eigenlijk maar bar weinig".

Klopt, niet erg, heeft iedereen.

Waarom is dit belangrijk?
"People who think they know everything are a great annoyance to those of us who do."
- Isaac Asimov

Een briljante uitspraak en het geeft ontzettend goed aan waarom de illusie van kennis zo belangrijk is. Niet omdat het irritant is als iemand pretendeert alles te weten. Ja, dat is het wel, maar daar gaat het echt niet om.
Nee, omdat kennelijk niemand uitgezonderd is, ook de spreker niet en omdat hier geldt dat we niet de balk in ons eigen oog zien, maar wel de splinter in die van onze broeder.

Denk je na over dingen in de Tempel van Tolerantie?
Wees je dan bewust van de illusie van kennis.
Denk na: Weet ik dit echt? Is dit een aanname? Waar komt deze informatie vandaan?
Kan ik een ervaring verzinnen, die niet klopt met deze regel?
Kloppen mijn persoonlijke ervaringen wel met deze uitspraak?
Weet je het niet, zoek het op (EN probeer het uit!)

Het is de weg naar serendipiteit. (Waarover later meer)..


Zinloos geweld

Van de webiste:
De Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld
stimuleert en ondersteunt met haar visie Moed initiatieven voor verbetering van de woon-, werk- en leefomgeving en streeft naar een samenleving waarin iedereen zich bewust is van de oorzaken en gevolgen van pesten en geweld.

Zinloos geweld
Dit was een grote campagne een aantal jaar geleden.
Deze viel mij op, omdat hij me irriteerde. Overal zag je die stomme lieveheersbeestjes, zelfs op schoolpleinen.
Ik ben zelf erg tegen geweld, heb vergeefs geprobeerd dienst te weigeren en ben verder overtuigd pacifist. Ik zie geweld als absoluut laatste redmiddel. Als al het andere is uitgekauwd.
Ik ben vroeger gepest en heb op school een periode van bijna een jaar iedere dag moeten vechten om mezelf staande te houden. En dat ging behoorlijk ver.
Waarom zou mij dit dan irriteren?

Opeens had ik het: "Zinloos geweld" impliceert het bestaan van "zinvol geweld".
De mensen van deze stichting leken het niet zozeer op geweld in het algemeen voorzien te hebben, maar alleen op zinloos geweld.

Wanneer is geweld zinloos of zinvol?
Deze vraag is mij in een andere vorm ook gesteld tijdens het proces van dienst weigeren.
Ik stelde dat ik niet wilde doden. Dat ik het niet zou kunnen in de omstandigheden van een oorlog.
De vraag die mij werd gesteld: "Als iemand je familie bedreigt, zou je dan iemand doden?"
Mijn antwoord was: "Misschien. Het ligt natuurlijk aan de situatie, als het echt niet anders kan.." De vraag ging er overigens van uit, dat ik met een pistool in mijn handen stond, dat ik iemand kon neerschieten zonder gevaar voor mijn familie, dat ik überhaupt zeker was van succes en meer van dat soort absurditeiten.
Maar dat was genoeg, mijn dienstweigering werd geweigerd (dat dat kan, kwam me wat vreemd voor) ik mocht geen alternatieve dienst doen, ook al koos ik vrijwillig voor een langere inbreuk op mijn tijd.

Ik vond en vind dat niet eerlijk en heb me op een andere manier onder de dienstplicht uit gewurmd, door langer te studeren, maar het zette me wel aan het denken toen ik deze dingen met elkaar combineerde.

Was dit een geval van zinvol geweld? Ik zag de zin van het geweld: mijn familie zou leed bespaard worden. Maar mijn zin is niet jouw zin en iemand doden is natuurlijk onherroepelijk, dus een extreem geval van mijn zin doordrijven. Vanuit de aanvaller gezien zal er ook wel zin in hebben gezeten en dat keur ik dan juist weer af... Dus waarom is mijn zin beter dan jouw zin?

Ik heb op Judo gezeten en schaar me vierkant achter de filosofie, dat je in een fysiek conflict een verantwoordelijkheid hebt voor de tegenstander, ook als je het niet bent aangegaan. Het is jouw taak om hem/haar zo zachtjes mogelijk uit te schakelen en ik geloof in mijn verantwoordelijkheid om me daarin te trainen om erger te voorkomen.
Waar het mij in het dienstverhaal meer om ging, is dat ik geen inspraak heb. In het ergste geval krijg ik het bevel om te doden. Ik neem niet de beslissing te doden. En in oorlogstijd neem je de beslissing "hij of ik". Want weigeren van een direct bevel in oorlogstijd is te bestraffen met de dood.
Dat is iets wat ik niet met mijn Judo achtergrond kan verenigen.
Ik heb die verantwoordelijkheid, die wil ik niet afstaan. En ik wil ook niet het conflict verergeren voor het begint, door de inzet te verhogen. (Hij of ik).

Is er zinvol geweld?
Laatst kwam een vriend van mij met het verhaal, dat hij is aangevallen door een conducteur in de trein. Hij had de man zien roken, waar het niet mocht en daarvan een foto gemaakt nadat de conducteur weigerde zijn sigaret te doven toen hij hem erop aansprak..
Voor de conducteur was dit reden om te eisen dat de foto werd gewist dan wel de camera werd afgegeven. Toen daaraan niet werd voldaan besloot hij zijn passagier te proberen te wurgen en in de maag te slaan, zodat deze later in het ziekenhuis belandde.
Vanuit de conducteur gezien had dit zeker zin: Hij kon wel eens een standje krijgen, of zijn baan kwijt raken, alleen omdat die eikel geen zin had om in de rook te staan.. Wat een zeikerd.
Maar is dit dan zinvol geweld? Vanuit de conducteur gezien natuurlijk wel.

Wellicht zit de vraag dan eigenlijk in aanval of verdediging? Is een aanval altijd zinloos en een verdediging per definitie zinvol? En hoe moet dat dan als de respons buiten proportie ligt?
Bijvoorbeeld: ik stoot per ongeluk iemand aan op straat. Hij ziet dit als een aggressie en haalt uit in zelfverdediging? Ik ben me van geen kwaad bewust en sla hem terug in zelfverdediging. Wie is er dan begonnen? Wat een schoolpleinvraag...

De Nederlandse wet is erg duidelijk. Alle geweld van burger op burger is illegaal.
Er kan sprake zijn van verzachtende omstandigheden, zoals zelfverdediging, maar alleen als het slachtoffer niet weg kon komen en echt geen andere optie meer had EN niet handelde uit kwaadheid.
Een psycholoog zal je vertellen, dat dat heeeeeeel zeldzame omstandigheden zijn, want kwaadheid is er juist om ons aan te tonen, waar onze grenzen liggen. Waarom zou je iemand slaan, als hij niet over je grenzen gaat?
Deze duidelijke wet zorgde ervoor dat een andere vriend werd veroordeeld tot TBS toen hij door 5 man in elkaar werd geslagen en er in slaagde één van de vijf een klap terug te geven.
Ik was bij het proces aanwezig en de rechter vroeg letterlijk: "Gaf u hem een klap omdat u geen andere mogelijkheid zag, of omdat u vond dat hij het verdiende." Mijn vriend zei toen helaas naar waarheid, dat hij vond dat de man het verdiende.
Tja.. Volgens mij is de wet ook niet bepaald sluitend. Deze man is slecht ter been en had kennelijk toch lijdelijk moeten toezien hoe zijn arm op twee plaatsen gebroken werd en zijn hoofd gebeukt met een bandenlichter. Of anders moeten liegen tegen de rechter.
Ik kan het echter niet met hem oneens zijn. Iemand die zo schandalig en laf je persoonlijke ruimte schend verdiend alles wat hem kan overkomen. Ik met mijn pest verleden durf dat zeker te zeggen, maar ik voel wel dat dat een beetje cru is..
Dus waar ligt de grens..?

1) Blijvend letsel. Mijn vrienden was in beide gevallen blijvend letsel toegebracht.
Ik denk dat daar wat in zit. Een tik op de vingers geef zelfs ik mijn kinderen wel eens.
Maar daar hou je niks aan over.

2) Intentie. Daar zit ook iets. Was het per ongeluk, of wilde je de hoeveelheid schade doen die je toebracht. Ik kan iemand van me afduwen en hij kan ongelukkig neerkomen en zelfs doodvallen.
De wet laat dat buiten beschouwing, want dat is moeilijk te bewijzen. Maar voor een ethische discussie is het wel een interessante.

3) Functie. Een politieagent mag in sommige gevallen geweld gebruiken, daarvoor zijn richtlijnen. (Maar ja, een conducteur wellicht ook?)

Dus: als iemand moedwillig, op persoonlijke titel, blijvend letsel aan het toebrengen is, is er in mijn ogen sprake van een opgeven van het recht van onschendbaarheid, dat verder iedereen heeft.
Daarbij mag ik mij verdedigen met alle middelen tot mijn beschikking, waarbij ik zal trachten iemand zo min mogelijk en zo weinig mogelijk blijvend letsel toe te brengen.
Dat zou in mijn optiek zinvol geweld mogen heten.

Vergrijp en straf
De wet is het daarin niet met mij eens, maar ik kan er niet anders over denken. Zou dit mij ooit overkomen, dan zou ik daarvoor waarschijnlijk veroordeeld worden. Die straf zal ik dan maar accepteren en hij weegt wellicht mee in mijn inschatting van het moedwillig gedeelte. Maar ik blijf het oneerlijk vinden voelen.

In Amerika is het omgekeerd. Daar heeft de staat de bewijslast. Als iemand zegt dat hij in zelfverdediging heeft gehandeld, dan moet de staat het tegendeel bewijzen. Hetgeen natuurlijk erg lastig is.
Ik ben ook geen fan van de Amerikaanse wet, waar het geweld en bewapening en 'appropriate tespons' betreft, maar ik vermoed dat de waarheid in het midden ligt.

Nadenken over geweld
Als mijn bovenstaande regel rigide wordt toegepast, lijkt mij dat deze omstandigheden voldoende zeldzaam zijn om te veronderstellen dat dat niet is wat door stichting "zinloos geweld" werd bedoeld.

Ik denk dat het eerder onnadenkendheid is geweest. Dat ze niet de zin van het geweld zagen en dus maar spraken van "zinloos geweld". Ook de dienstplicht conversatie doet me vermoeden dat de man met wie ik sprak nooit echt had nagedacht over geweld en geweldloosheid, terwijl hij geacht werd daarin een expert te zijn.

Geweldloosheid dan?
Mijn vriend koos ervoor in het geval van de conducteur niet terug te slaan. Bewonderenswaardig, maar wat leverde het hem op? De N.S. heeft ondanks het fotografische en fysieke bewijs nooit erkend, dat de conducteur de passagier ook maar heeft aangeraakt. Wel hebben ze de ziekenhuisrekening betaald. Vreemd.
Een zeer schamele troost. En de wet laat je akelig in de steek dan.

Je kan natuurlijk niet een persoonlijk conflict vergelijken met een conflict tussen landen, maar om eerlijk te zijn. Dat is voor mij gedaan tijdens het weigeren van militaire dienst.
En dus moet ik denken aan Ghandi, die geweldloos verzet predikte en won. Aan Nelson Mandela (die overigens een 180 graden ommezwaai maakte naar geweldloosheid uit noodzaak, niet uit ideologie!)
Daar werkte het wel. Maar niet tegen geringe kosten en blijvend, dat is maar de vraag..
Maar goed het concept lijkt bewezen.
En dan moet ik denken aan de Dalai Lama, die blijft oproepen tot geweldloos verzet, terwijl China al 50 jaar onrechtmatig zijn land bezet en uitbuit.
Nee, voor mij persoonlijk is geweldloosheid, absolute geweldloosheid geen optie.

MOED.nl
Nu heeft stichting zinloos geweld het over MOED. En weer zijn ze irritant, terwijl ik het op zich toch echt met ze eens ben.

"De Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld
stimuleert en ondersteunt met haar visie Moed initiatieven voor verbetering van de woon-, werk- 
en leefomgeving en streeft naar een samenleving waarin iedereen zich bewust is van de oorzaken en gevolgen van pesten en geweld."

De implicatie is ook weer leuk: als je het niet doet, ben je een lafaard. Kennelijk een soort van thema bij deze mensen. Zien ze niet dat dit soort dwingelandij ook een vorm van aggressie is?
Ja, 'tuurlijk wel. Daarom gaat het zo subtiel,"Nee.. het is onze naam, we bedoelen er echt niks mee." Stelletje schijnheilen. Het doel heiligt kennelijk de middelen.

Ik vond mezelf een paar jaar terug opeens tussen twee vechtende jongeren op straat. Ik had er niet eens over nagedacht. Dat had niks met MOED te maken. Ik kan met mijn verleden niet toezien zonder in te grijpen.
Een jaar geleden gebeurde het bijna weer. 
In beide gevallen bleek praten gelukkig genoeg. Maar is het verstandig?
En los van verstand of moed, waar haal ik het recht vandaan om me te bemoeien met het conflict van een ander? Het feit dat ik het niet kan laten, zou toch moeten betekenen, dat ik het niet zou moeten doen? Het is geen bewuste keuze.

Voor een land als de USA (en dus voor een militair in dienst van de USA) is deze kwestie makkelijk te beantwoorden: geldelijk gewin. Ze zijn er als de kippen bij om de 'democratie te verspreiden' als er wat te halen valt. Maar in Tibet of Djibouti zie je ze niet. Reden te meer om nooit, maar dan ook nooit in militaire dienst te willen. Zelf nadenken, nooit je verantwoordelijkheid weggeven.
Voor een politieagent is het zijn functie: de rust te bewaren, veiligheid waarborgen. Maar dan wel volgens de wet, die je zo gruwelijk in de steek laat op dit gebied.

Is dat het dan?
Je bent een lafaard als je het niet doet?
Je bent dom als je wel ingrijpt?
Je bent een egoist als je ingrijpt met zijn allen?
Je bent gesjoschten als je jezelf verdedigt, maar je kan ook niet hopen op een ander?

Ik denk weer terug aan Judo. Als ik ertussen spring, heb ik een verantwoordelijkheid naar alle betrokkenen om de situatie zo pijnloos mogelijk te beslechten.
Als ik dat maar voor ogen houd, denk ik dat ik goed zit, maar ik vertrouw niet op een automatische goede afloop of instemming van de wet en hoop dat het nooit zover komt dat ik echt geweld moet gebruiken. 

Want ik ben er nog niet uit.
En ik heb een gezond wantrouwen tegen mensen, die zeggen dat ze er WEL uit zijn. Vaak terwijl ze nooit wat met geweld te maken hebben.
Als je op zijn minst niet een beetje twijfelt, ben je niet eerlijk tegen jezelf. 
Ik hoop dat zelfs de Dalai Lama wel eens twijfelt.




Orde, Chaos en Entropie

Entropie is een benaming voor het verschijnsel dat alles van nature de staat van chaos aanneemt.
(En een benaming voor de mate van wanorde in een systeem, als je precies wilt zijn)
Dit lijkt misschien erg abstract, maar stel je het volgende voor:

ALLES NEIGT NAAR WANORDE
Je maakt een blokkentoren met houten blokken. Met andere woorden: je brengt orde aan.
Er is een oneindig aantal verschillende manieren, waarop je de blokken kan neerzetten, zodat het een blokkentoren vormt. 
Toch is er een groter aantal manieren waarop diezelfde blokken geen blokkentoren vormen, wanneer ze in wanorde zijn.

Zo is het altijd, er zijn altijd meer manieren om in een staat van wanorde te zijn, dan in een staat van orde. 
Neem dit voorlopig aan, of probeer het te testen.

Neem nu een dobbelsteen in gedachten.
We gaan er even van uit dat een dobbelsteen op zes manieren tot rust kan komen op een plat vlak en dat dit geheel toevallig is.
Als je 600 keer met een dobbelsteen gooit zal je dus gemiddeld gesproken ongeveer 100 keer een 1 gooien. 
Anders gezegd is de kans op een 1: 100/600 of 1/6.
De kans dat hij NIET op een 1 zal landen is 5/6.
(Als je precies wilt zijn is het iets minder, want hij kan ook op het randje blijven balanceren, op een punt en helemaal niet 'neerkomen' in de conventionele zin van het woord. Deze kansen laat ik even buiten beschouwing)
Als we 1 beschouwen als orde en 2/6 als chaos, wat is dan het meest waarschijnlijke?
Zo is de staat van wanorde waarschijnlijker dan de staat van orde: gewoon omdat er meer van zijn.

WAAROM ZIJN DINGEN ER UBERHAUPT?
Waarom zijn er dan uberhaupt dingen en leven we niet in een soep van uiteengevallen materie?
Als je deze gedachte doorvoert kom je bij gekke consequenties:
Je weet je dat geen enkele organisatie voor eeuwig is. Ieder huis stort een keer in. Er is energie voor nodig om het te onderhouden en dit moment uit te stellen.
Dit komt omdat ieder proces dat te maken heeft met het huis de wet van entropie volgt en dus gemiddeld gesproken eindigt in wanorde.
Ieder lijf gaat een keer dood. (dit is overigens niet geheel hetzelfde: zie eeuwig leven mogelijk?)
We moeten eten om dat te uit te stellen en bouwen ons lijf steeds opnieuw op uit ons voedsel. Je hebt vast wel eens gehoord, dat iedere vijf jaar je lijf bestaat uit nieuwe cellen of nieuwe materie.

DYNAMISCHE EVENWICHT: HET VERWEER TEGEN CHAOS
Je lijf en een huis zijn een voorbeeld van een dynamisch evenwicht, er komt ongeveer evenveel bij als dat eraf valt en daardoor lijkt het constant.
Wil je een nog simpeler voorbeeld van een dynamisch evenwcht: je wenkbrauwen.
Je haartjes groeien voortdurend en vallen voortdurend uit, maar je wenkbrauwhaar is gemiddeld gesproken even lang. Dit geld ook voor je normale haar, alleen ligt de evenwichtslengte voor de meeste mensen op een onpraktische of onmodieuze lengte. Daarom ga je naar de kapper.

Als je kijkt met microscopen etc zie je ditzelfde principe ook op moleculair niveau en ook atomair niveau. Er zijn eigenlijk geen constanten, maar wel dynamische evenwichten.

Hoe kan het dan, dat niet alles uit elkaar valt tot een soort oersoep?

De theorie is, dat het dat ook doet, alleen het duurt heel lang en het gaat niet constant.
Alles is in beweging van een ultieme concentratie (zie big bang) naar een egale verdeling van energie over alle beschikbare ruimte. Wij zitten ergens daartussen.
Ook zit er op sommige plekken meer wanorde dan op andere. De energie van alle orde op aarde (en dus alle leven) komt van de zon. De zon is een gigantische, chaotische plek, waardoor wij orde kunnen hebben en kunnen blijven hebben voor een poosje.
Als in een bocht in de rivier, waar het water rustiger is. Maar na verloop van tijd zal de bocht afkalven en na een tijdje ligt hij midden in de rivier.

WEERSTAND
Hiervan komt ook onze weerstand tegen verandering. Hij zit ingebakken in het leven zelf, in de orde, die het leven is. Iedere toevallige verandering vergroot (zeer mogelijk) de chaos.
Toch is het een verkeerd beeld om onszelf als onveranderlijk te zien en iedere chaos als bedreigend. Ons lijf is een dynamisch evenwicht en onze geest ook. Waren we constant, dan konden we ons niet aanpassen.






Is er een schepper?

Dit kan een belangrijke vraag zijn, maar alleen vanuit een vooringenomen standpunt over wat deze schepper heeft gedaan, is of wil of wat het betekent als er geen schepper zou zijn.

Anders zijn er drie mogelijkheden:

Ja, ik geloof dat er een schepper is
Bestudeer je het geschapene, dan kun je zien, dat de wereld wonderlijk in elkaar zit. Je ziet dat hij ons heeft geplaatst in een gigantisch universum. Dat er vrijwel geen einde is aan hoever je dingen uit elkaar kunt pluizen en dat hij je een geest heeft gegeven die van nature onderzoekend is.
Er moet wel een intelligentie zitten achter deze enorme complexiteit. Maar het kan geen gewone intelligentie zijn, niet zoals jij en ik, want wij hebben geen idee hoe we zoiets zouden moeten doen... Dus alle uitspraken over wat zo'n intelligentie wil of kan, moeten wel het resultaat zijn van projecties van onze eigen wil en angst.
Je zult op zoek moeten naar een manier om te communiceren met een schepper of godheid.
Je kunt je dan baseren op een van de vele heilige boeken of wat je ouders zeggen, maar is het niet veel beter goed te kijken naar wat de schepper je heeft gegeven? Kijk naar je eigen ervaringen.

Nee, ik geloof niet dat er een schepper is,
In dat geval moet je verklaren hoe een wereld is ontstaan, die zo complex en uitgebalanceerd is door puur toeval. Je kunt dan terugvallen op wat de experts vertellen over evolutie en dinosaurussen en niets dat er in het begin was en ontplofte en andere dingen.
Maar tenzij je toevallig zo'n expert bent (en vaak ook als je zo'n expert bent), is het horen zeggen.
Je zult op zoek moeten naar eenvoudige ervaringen, die je wat kunnen leren, die je zelf kunt beleven.
Je zult de principes moeten onderzoeken.
Het kan, daarbij kunnen wij je helpen.

Maar laat je niet door experts vertellen wat je denken moet.

Ik heb geen idee of er een schepper is
De wereld zit complex en mooi in elkaar, maar dit is ook te verklaren vanuit natuurlijke processen. Toch zullen er altijd dingen zijn, die we niet kunnen verklaren. Dat zou kunnen betekenen dat er een schepper is, maar het kan ook betekenen dat we iets tijdelijk niet kunnen verklaren of het ons nog nooit hebben afgevraagd of gewoon nog niet de goeie vraag kunnen formuleren.
Er is hoe dan ook geen noodzaak voor een schepper om iets te verklaren, maar je kunt niet ontkennen dat er veel mensen in een schepper geloven en door de eeuwen heen geloofd hebben in vele gedaantes. Je kunt het dus ook niet uitsluiten. Maar wat maakt het uit?
Een onkenbare schepper of een onbekende ontstaansgeschiedenis. Wat is het verschil?

Gerelateerde vragen:
-Kan er iets ontstaan uit niets?
-Kun je leven maken?
-Kun je evolutie bewijzen?

Een veel belangrijker vraag is wat je ermee moet wat je ook gelooft?
We kunnen het natuurlijk wel hebben over wat een schepper zou willen van ons of wat het betekend voor de vrijheid als er geen schepper zou zijn: dat kun je vinden onder ethiek, "wat is goed en kwaad" of "bestaat er wel goed en kwaad"?.
Hoe we hem/haar/het/hen kunnen ervaren, dan heb je het over godsbeeld en godservaringen. Daarvan zijn er vele opgetekend.
We kunnen het hebben over wat een schepper heeft gedaan en dan kun je het hebben over ontstaanstheorien van alles. Dit vind je in "hoe alles ontstond?"

Hierarchy

De tempel kent geen hiërarchische constructie.
Toch hoor je dingen over pausen, pilaarheiligen en andere functies
Hoe zit dat dan?

Wij werken wel met functies, maar niet met hiërarchie, de een is niet meer dan de ander, ieder heeft zijn waarde en zijn valkuilen.
We zien de functies meer als 'coping method's. Manieren waarmee je omgaat met het onbekende.
Het is meer een rol die je op je neemt. Een masker dat soms moeilijk is om te laten vallen.
Het kan handig zijn om jezelf te benoemen, om jezelf te relativeren.
Het kan handig zijn als je alle rollen kunt vervullen en snel kan wisselen, dus kies eens bewust een andere rol.

Pilaarheilige: Tegendraads, maakt er een sport van maken om zich af te zetten tegen de maatschappij. Ze zijn de eersten om vreemde ideeen te omarmen maar staan argwanend tegenover alles wat riekt naar mundaan. Soms vatbaar voor rede.

Orakel: Vaak origineel en creatief, mindfull niet erg structureel en juist niet communicatief.

Wonderdoener: Iemand die magisch denkt, creatief is EN communicatief. En op speelse wijze of ontwapenende wijze mensen laat kennismaken met hun eigen illusies en aannames.

Theoloog: Analyseert alles, expert, gaat soms voorbij aan het wonder zelf of een andere mening.

Paus: Organiseert, structureert en stroomlijnt. En is het hoogste gezag, volgens de eigen structuur.

Zendigswerker/Evangelist: Is mensen behulpzaam bij praktische zaken en probeert er hier en daar wat dogma doorheen te krijgen.

Priester: Preekt vurig vanaf de kansel en is blind voor tegenargumenten. Spreekt met passie en overtuiging en is vaak meeslepend.

Hoe alles ontstond

Er is over niks zoveel gespeculeerd als over het onstaan van alles.
We zetten wat theorien even op een rijtje:

  • De droomtijd. Sommige aboriginals in Australie geloven in een droomtijd, waarin alles ongedefinieerd was. De goden liepen door de wanorde en droomden de wereld. Ze volgenden droomlijnen, die nu nog te vinden zijn. Zo zijn alle dieren geschapen en uiteindelijk de mens.
    Dit is een verhaal wat alsmaar is doorverteld.
  • De ginnungagapp. Sommige vikingen geloofden dat er eerst niks was, ingeklemd tussen ijs en vuur, dit was de bron van de stroom van de mijmeraar, hieruit onstond de wereldboom Yggdrasil, die de midgaard, gemaakt uit de botten van Ymir de oerreus (of onze wereld) verbond met nog negen andere rijken, waaronder die van de goden. Dit is te lezen in de tekst de Proza Edda opgetekend uit de overlevering.
  • God schiep de hemel en de aarde in zes dagen. Op iedere dag iets anders. Op de laatste dag de mens. Dit verhaal staat in de bijbel, die werd gevonden door een schaapherder in een grot.  
  • De Big Bang, Sommige theoretische natuurkundigen en astrophysici geloven dat er een tijd was, dat er geen tijd was en geen plaats, dat balde zich samen en ontplofte. De tijd kwam op gang en de dimensies ontstonden. Vragen over hiervoor of waar hebben geen betekenis, behalve dat we kunnen zeggen, dat het in het midden van het heelal was.
    Bij de big bang ontstond de materie, die samenklonterde tot sterren en planeten. Op sommige planeten met gunstige omstandigheden ontstond leven. Door een proces genaamd evolutie ontstond uiteindelijk na honderden miljoenen jaren de mens.
     Dit is een verhaal dat wordt verteld op symposiums en in vele boeken staat. Er wordt vaak geroepen dat er bewijs is, of dat het ontkracht is. Het is 'hip'.
  • De god Ptha. Sommige Egyptenaren geloofden dat Pta zichzelf schiep. Ptah, de hoofdgod had zichzelf voortgebracht en schiep alles door het in zijn hart te bedenken en dan luidop te spreken. Dit is een verhaal dat is opgetekend op een zwarte granieten plaat die zich nu bevindt in het British Museum.
  • Rangi. Sommige Maori geloofden dat de schepping begon bij Rangi, de Hemelvader en zijn vrouw, Papa, de godin van de aarde. Uit hun beklemmende omarming ontsnapte alles. Dit is een verhaal uit de mondelinge overlevering.
Als je zo het rijtje ziet, zijn er veel overeenkomsten.
  • Weinig verhalen verklaren wat er eigenlijk voor het ontstaan was. Hoe bijvoorbeeld God, Ymir of Rangi ontstonden of het ijs en vuur van de Ginnungagap of de singulariteit van de Big Bang. Die waren er kennelijk al. Geen 'echt' scheppingsverhaal dus, want wat was er daarvoor? Van degene die dit issue wel aanpakken, krijg je een verklaring, die geen verklaring is: Ptah schiep zichzelf of er was niets en dat ontplofte.
  • Alle verhalen zijn heel specifiek. Ze geven namen (singulariteit, Hemelvader) en fases van opbouw. Het is heel belangrijk wat eerst kwam en wat daarna. Dit is een menselijke neiging. Ook zijn de verhalen specifiek, maar ze spreken juist in alle details elkaar tegen.
Sommige mensen geven meer de voorkeur aan het een of het andere verhaal, maar niemand was erbij en alle verhalen gaan over processen, die sindsdien niet meer zijn voorgekomen, we kunnen er dus geen zinnig woord over zeggen en er zeker geen levenswijze op baseren.

Het enige, waarom ik een voorkeur voor de wetenschap heb, is omdat deze een ingewikkelde, moeilijk te begrijpen verklaring biedt. Het is in ieder geval niet heel duidelijk een verhaaltje.
Maar als je doorvraagt, komt je bij dezelfde problemen uit: we weten het niet.
De wetenschap vind het gewoon leuk om te inventariseren welke aspecten we allemaal niet weten.
Daardoor zijn er een hoop dingen WEL bekend en bewijsbaar:


  • Complexiteit kan uit zeer eenvoudige regels ontstaan. (Chaos Theorie, chaotische attractors)
  • Niet van leven te onderscheiden gedrag kan ontstaan uit zeer eenvoudige regels: (game of life, Roger Conway)
  • De bouwstenen van het leven kunnen door toeval ontstaan zijn in de oersoep van de aarde, zoals we nu veronderstellen dat deze is geweest.
  • We kunnen soorten veranderen, door ze te kruisen.
  • Alle deze waargenomen feiten wijzen op evolutie, of het het enige proces is, of wordt aangestuurd door een wil, blijft speculatie.
  • De aarde, de zon en zeker het heelal is vele malen ouder dan in welk heilig geschrift dan ook ooit werd gesteld. De aarde weten we door isotoop-datering, het heelal kunnen we afleiden door de waarneming van de beweging van de sterren om ons heen. De leeftijd van de zon is een schatting, gebaseerd op de gemiddelde levensduur van een ster uit een theoretisch model.
Dus los van hoe het allemaal ontstaan is (want de Big Bang is een beetje een vreemde theorie) kunnen we wel zien dat het allemaal zo zou kunnen zijn geworden door toeval.
Of jij vindt dat het toeval was, of dat het werd gestuurd, mag je helemaal zelf uitmaken.
Het maakt niet uit.


Normen en Waarden

In 2002 was er opeens van alles te doen in de politiek over Normen en Waarden.
Dat kwam bij de LPF vandaan, maar werd druk besproken in kabinet balkenende.

Er werd over gesproken of het absoluten waren, iets wat je kon hebben of niet.
Ook alsof het een pakketje was, normen en waarden, synoniemen of het een volgt uit het ander..
En niemand vond dat raar.
Er was veel discussie, maar weinig over het feit dat dit onzin was.

Normen en waarden heb je inderdaad of in een groep of persoonlijk.
En daar stopt het direct. Je kunt geen twee mensen hebben met dezelfde normen en waarden.
Oh, dat zeggen we wel. Tuurlijk. Maar zodra je door gaat vragen is het maar al te makkelijk aan te tonen dat het een oversimplificatie is.
Een vorm van "wij en zij" denken.

Goed, laten we eens kijken.. wat zijn normen en waarden eigenlijk echt?

Normen zijn concrete richtlijnen voor het handelen.

Waarden zijn idealen en motieven die als nastrevenswaardig worden beschouwd.

Beiden in een sociale context, dus hoe hoor je je te gedragen jegens een ander?

Vrijwel niemand heeft in zijn hoofd een duidelijk regelboek van hoe te handelen in iedere situatie, behalve dan voor een vrij kleine subset aan situaties die ze vrij vaak tegenkomen.
Heb je het wel, echt voor iedere situatie die je je kan voorstellen,
dan lijdt je waarschijnlijk aan een geestesziekte.

Waarden zijn vage begrippen waarbij het onduidelijk is of het een waarde van jezelf is, van een groep, iets wat je in iemand bewonderd of wat je zelf graag zou willen, maar wat in praktijk onhaalbaar is.

Voorbeeld van zo'n typisch Oud-Hollandse waarde, die in vrijwel iedere cultuur en groep ergens als een standaard geldt, echt iets van ons, dus:
"Wat gij niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet.."

Klinkt redelijk. Uiterst redelijk. Maar denk daar eens ECHT over na als NORM.
Als richtlijn van handelen.
Dan zou een zelfmoordenaar opeens een moord mogen plegen. Als de piloot die laatst een vliegtuig liet neerstorten en daarbij alle passagiers vermoordde inderdaad zelfmoord wilde plegen, was dat dus geoorloofd.

Zo zie je maar hoe moeilijk het is om een waarde in een norm te vertalen.
Dit is een voorbeeld van de illusie van kennis.

En dan zou volgens de politieke discussie van toen iedereen die bij 'ons' hoort
dezelfde waarden EN dezelfde normen hebben?
En de rest moeten we aanpakken?
Dream on..

Wat was dit dan wel?
Politiek. Politiek is een populariteitswedstrijd en degene die het subtielst haat kan uitdrukken wint.
De LPF heeft daar een parchtige historie in.
De truuk is een mooi evenwicht te vinden tussen onduidelijke termen en duidelijk haatzaaien.
Want tja, mensen zijn nu eenmaal onverdraagzaam, dus als je willekeurig welke partij afkeurt, heb je altijd wel medestanders.
En het vooruitzicht, dat al die vervelende mensen nu eindelijk eens worden aangepakt? Hup.. Stemmen.

Is een waarde überhaupt in een norm te vertalen?
Helaas. Ik vrees het ergste. Probeer het maar niet. Daar komen maar ismen van.
Zoals die andere filosoof Groucho Marx al zei:
"Those are my principles, and if you don't like them... well, I have others."

Dat is het speelveld waarin waarden bestaan. Daar kunnen we het altijd over eens worden.
Normen, da's andere koek.

Na de dood

Wij vinden het moeilijk, te denken over een periode dat wij er niet meer zullen zijn.
Wat zullen we dan voelen? Waar gaat onze ziel naartoe?
Is er dan een hemel?

Het gekke is dat we vrij vaak nadenken over een leven na de dood, maar niet aan een leven voor het leven. Als er een ziel is, die het sterven van het lijf 'overleeft', waar komt deze dan vandaan?

Waar was deze ziel, voordat het lijf het levenslicht zag.

Wat voelde je, toen je er nog niet was.. en als je dan al wat voelde, waarom weet je het dan niet meer?

Het is logisch om te veronderstellen, dat beide overgangen op elkaar lijken: geboren worden en sterven.
Dus als je al doorgaat, waarom zou je dan herinneringen hebben aan het leven nu?
En als je die herinneringen niet hebt, ben jij het dan wel?

Je moet je er ook van bewustzijn, dat het een wensgedachte is.
We moeten willen blijven leven. Anders zouden we dood gaan. Daarin hebben we geen keus.
Maar we weten allemaal, dat het er een keer van komt, erover nadenken wordt vaak als pijnlijk ervaren.

Mijn mening?
Persoonlijk vind ik het idee dat er niks is na de dood erg rustgevend.
Geen gedoe meer. Je bent klaar.
De Romeinen zeiden: "Verklaar een man niet gelukkig, voor hij gestorven is."
Daarmee bedoelden ze: als iemand nu gelukkig is, kan hem morgen de grootste ramp te wachten staan, Oordeel dus niet te vroeg.
Dat verhaal is ook afgelopen met de dood.
Geen pijn, geen stress..
Lekker rustig.

Mensen uit mijn omgeving worden daar wel eens zenuwachtig van, maar ik zie niet uit naar de dood. Ik geniet van het leven. Ik heb er alleen geen bezwaar tegen dat het een einde heeft.
Als ik iedere dag die me gegeven is, ten volle benut (al is het maar om lekker te luieren) dan is het toch goed?




De bron

Waar baseren we ons op als we een grote vraag proberen te beantwoorden?
Waar komt dit allemaal vandaan?

Niet van na-praten, maar van na-denken.
We proberen eerlijk na te denken over onze eigen overtuiging.
Over wat ons is aangeleerd en wat we zelf hebben ervaren, wat controleerbaar is en algemeen en wat persoonlijk is.
We zijn ons bewust van onze illusies en beperkingen als mens.
Dan proberen we tot een theorie of conclusie te komen.
Deze leggen we uit.
We proberen de conclusie relateerbaar en tastbaar te maken:

  • We leggen dit uit aan de hand van de herkenbare voorbeelden 
  • We baseren ons op herhaalbare experimenten
  • We linken naar onderzoek of theorieen.

Er is nog een manier om deze vraag te beantwoorden, dan is het een kleine vraag...
Mensen die vragen naar de bron, vragen eigenlijk vaak naar iets specifieks.
Dit zijn dingen die specifiek niet onze bron zijn, namelijk gesloten systemen of vage systemen:
  • We baseren ons voor onze theorieen niet op boeken als de Bijbel, de Edda, de Koran, de Talmud of andere heilige boeken (zie hoe alles ontstond). In ieder geval niet op een specifieke.
  • Bestaande geloofsystemen als bijvoorbeeld Zen, Sanatana dharma, Wicca, katolicisme, islam etc hebben bij ons geen automatisch gezag, maar we hebben wel respect voor deze systemen en er is veel waardevols in te vinden.
  • We blijven we ver van alle -ismes. Marxisme, socialisme, totalitarisme etc
  • We hebben geen automatisch ontzag voor denkbeelden van ver weg. 
  • We hebben geen automatisch ontzag voor denkbeelden van lang geleden. (Ancient wisdom)

Wel halen we hieruit inspiratie voor onze overpeinzingen.

Waar komt onze weerstand vandaan?

Daar is een moeilijk antwoord op en een makkelijk antwoord.
Ik kies hier even het makkelijke antwoord, al is het wat langer. Iedereen kan het begrijpen omdat je het direct hebt meegemaakt of het aan het meemaken bent.
Het moeilijke antwoord heeft te maken met chaos en orde en entropie en daarvoor moeten we waarschijnlijk een aantal begrippen uitleggen en definieren.


Makkelijke antwoord:
Vanaf het moment dat we geboren zijn vormen we in ons hoofd een beeld van de wereld.
We proberen dingen te scheiden, eerst de wereld van onszelf, we herkennen ons eigen lijf, leren het te bewegen op een manier die voor ons handig is. Het eerste wat we vormen is dus een beeld van onszelf en van wat we kunnen en wat we ervaren. Het is het allereerst dat ooit belangrijk was.
Zodra we merken dat we onszelf beheersen, gaan we onze omstandigheden proberen te veranderen.
Hierbij laten we ons leiden door onze onbevangenheid en drang naar comfort en voeding. We spelen, zijn ongeremd creatief als we ons in een veilige omgeving voelen.
Dit is allemaal ingebakken. Ieder kind doet dit en het is goed.

Na verloop van tijd worden we steeds bedrevener in het veranderen van onze omgeving en onze onbevangenheid leidt ons steeds vaker naar oncomfortabele omstandigheden.
We doen ons pijn bij een experiment. We leren voorzichtigheid en we leren doorzetten.
Onze creativiteit pakt verkeerd uit als we op het behang tekenen en we krijgen te maken met discipline. We leren wanneer we een strijd moeten opgeven en we leren angst, die heel erg lijkt op voorzichtigheid, maar verlammend is.

Zo verliezen we veel van onze onbevangheid en ontwikkelen onze angst en voorzichtigheid. Wat overblijft is nieuwsgierigheid, Nieuwsgierigheid is gerichter en heeft een focus en loopt dus minder snel tegen die pijnlijke, lastige of vervelende grenzen aan. Grenzen die echt zijn of die ons worden opgelegd (vaak met de beste bedoelingen)
We leren vraagstukken te formuleren en op te lossen, zonder al te veel experiment.
Dit verandert ook ons wereldbeeld. We richten ons op abstractere dingen.
Dit is logisch en het is goed.

Daarna wordt er van ons gevraagd mee te draaien in de maatschappij. We krijgen steeds meer verantwoordelijkheid. We moeten afspraken leren. Daarop worden we voorbereid op bijvoorbeeld school (maar ook zonder school loopt dit proces). Onze manier waarop we de wereld naar ons hand kunnen zetten, hangt af van ons vermogen praktisch te zijn.
Nieuwsgierigheid is niet praktisch.Praktisch is de beste manier leren om iets te doen.
Dit is waardevol. En weer veranderd ons wereldbeeld. We richten ons op methodes, afspraken en controle uitoefenen.

Nu we hier zijn, zitten we boordevol weerstand tegen nieuwe dingen en ideeen, (het tegenovergestelde van onbevangenheid) en tegelijk boordevol met beelden over onszelf en het leven die niet kloppen. In ons hoofd of onder invloed van ouders, vrienden of maatschappij, hebben we de dingen vereenvoudigd om er grip op te krijgen.
We merken dat dat beeld niet helemaal klopt (we zitten vol illusies) maar het maakt niet zoveel uit.

We hebben een duidelijk beeld van hoe we ons leven willen hebben en zijn druk aan het streven om het zo te krijgen of te houden.
We zijn op zoek naar controle om onze comfort te behouden. En weer veranderd ons wereldbeeld en we omarmen de grootste illusies: controle is mogelijk en goed, dingen zijn constant.
Omdat we hebben ervaren, dat nieuwe mensen, dingen en ideeen vaak leiden tot een vermindering van controle en dus een vermindering van levensstandaard of allerlei lastige consequenties, of akelige vragen die we niet kunnen beantwoorden, gaan we dat uit de weg. Het is de manier waarop we succesvol zijn, dus dat is logisch en het is goed.
Maar het is niet alles wat we kunnen met onze hersens, we hebben een 'closed mind', zijn intolerant..
Maar de onbevangenheid, de 'open mind' van onze kindertijd raakt een beetje in de verdrukking.

Nou is er niks mis met intolerant of vooringenomen zijn. Zolang je er maar niet naar handelt.
En er niemand mee kwetst. Je kunt prima je hele leven leven met een 'closed mind'.
We moeten zelfs een groot gedeelte van onze tijd een 'closed mind' houden om onze levensstandaard te behouden: we moeten werken.. (toch?)
Maar een gesloten geest is een staat van verzet. Het kost energie.


En vaak gaat het knagen. Er komen vragen op. Grote vragen (die we een voor een zullen behandelen), kleine vragen. Je merkt de verschillen tussen je wereldbeeld en de echte wereld en schud het misschien van je af, maar het blijft onderhuids knagen.
Zijn we lang intolerant, dan gaan we ons vaak wat ongelukkig voelen of zorgen maken, omdat datgene wat we willen, controle, in gevaar lijkt te zijn.
Als de omstandigheden dat toelaten worden we weer een beetje nieuwsgierig naar de grote vragen, die we ergens onderweg lieten liggen. We noemen dat zelf-ontplooiing.

En dan moeten we weer opnieuw leren hoe we onze creativiteit inzetten en hoe we onbevangen kijken naar dingen, die we als kind heel natuurlijk vonden en nu een beetje raar: Spelen.
Spelen met gedachten, met je omgeving, met andere mensen.