maandag 7 november 2016

Mijn teddyberen

Als kind had ik een teddybeer. Ik hield van hem en hij van mij.
En toen kwam ik erachter, dat mijn teddybeer
een stukje stof was met een paar kraaltjes als ogen en een vulling van schuimrubber.

Ik weet nog, dat ik me daar schuldig over voelde.
Dat ik niet kon verdragen, dat mijn teddybeer mij aankeek,
Omdat ik wist, dat hij niet echt was en het gevoel had, dat hij dat aan me merkte.

Dus zette ik hem met zijn gezicht naar de muur. Ik kon mezelf er niet toe brengen hem
weg te doen, want dat zou de gevoelens van liefde ontkennen, die ik had.
En ook die ik had ervaren. De veiligheid, de geborgenheid.

Allemaal illusies. Twee oogjes op een lapje stof en we zien een gezicht.
Het mannetje in de maan. Jezus in een tosti. We zien nu eenmaal
altijd patronen, als ze er niet zijn. En we versterken patronen die er zijn.

Allemaal illusies. Maar het ergst van alles was, dat het zo echt voelde.
Dat ik het verschil niet voelde. En dan moet ik mezelf de vraag stellen:
"Hoeveel procent van ieder mens om mij heen is een teddybeer?"

Hoeveel van wat ik van mensen zie, is mijn eigen invulling?
Hoeveel van wat ik zie is echt? Hoeveel komt uit mezelf?
Is alle liefde nep? Bestaat het eigenlijk wel?

Maar maakt het uit? Het gevoel van liefde dat ik voelde was echt.
En dat is logisch: Als ik mijn teddybeer knuffelde, knuffelde ik mijzelf.
Verder was er niemand. Ik voelde dus mijn eigen liefde voor mezelf.

Ik kom tot de conclusie, dat alle liefde, liefde voor jezelf is.
En dat alle haat, zelfhaat is.
Alle irritatie die je voelt, ongeduld over je eigen gedragspatronen.

Mensen zijn voor het overgrote deel teddyberen.
Maar maakt dat uit? Als het allemaal niet echt is, mag ik kiezen.
Mag ik kiezen of ik mijn leven leef in liefde of in ergernis.


Manus Manum Lavat

„manus manum lavat, dies diem docet“ in het Nederlands: De (ene) hand wast de (andere) hand, de (ene) dag leert/doceert de (andere) dag. Een latijns spreekwoord door Seneca. Hij schijnt het weer te hebben van een Griekse dichter.
Het is een raadselachtige uitspraak.
Door de jaren heen hebben veel mensen over de betekenis hiervan gespeculeerd. Waaronder Goethe. Dus ik voeg me in een rijtje illustere figuren. Ik zie er het volgende in:

De hand wast de hand: Een hand kan niet de andere wassen, zonder dat de ander de een wast. Kortom: het is een actie die wederkerig is.
Dit doet vermoeden dat dit ook geldt (volgens Seneca) voor de dag, die de dag leert.
Maar wat betekent dit? 
Als er twee dagen zijn is er een in het verleden, een in de toekomst. Net zo goed, als er bij handen een linker- en een rechterhand is.
Dus wat het verleden van de toekomst leert, leert de toekomst van het verleden.
Nou zou je dit kunnen zien als gewoon een verklaring van het terugkeren van trends, zoals de jaren twintig nu weer populairder worden.
Maar ik zie er nog wat anders in:
Als het dagen zijn van dezelfde persoon, net als handen van dezelfde persoon, wat gebeurd er dan?
Ik in het heden leer van het verleden, dat is logisch. Ik in het verleden kan toch niet leren van ik in de toekomst? Dat lijkt onmogelijk op het eerste gezicht.
Maar ik in het verleden bestaat niet meer. Het enige wat er van hem over is, is de herinnering van ik in het heden. Die ik, die weet meer van het heden en dus van de toekomst van ik in het verleden.
De herinnering van die ik weet dus meer, dan de ik toen..
Voila, het verleden leert van de toekomst.

Maar goed, waarom is dat interessant? Omdat de ik in het verleden, zoals ik me hem kan herinneren dus nooit bestaan heeft. Ik kan het niet helpen, dat ik 'hindsight' heb, zoals de Engelsen dat zeggen. Ik kan het niet helpen dat ik mijn herinneringen verander en daarmee snij ik mijn enige band met het verleden door
Ik weet dat het er moet zijn, maar ik heb geen idee wat er daadwerkelijk gebeurd is. Soms zie je opeens dingen in een ander licht.
Maar voor het heden betekent het ook iets: wat ik ook nu denk te beleven, in de toekomst zal ik daar anders over denken. Hetgeen betekent dat het heden ook niet bestaat, dat wat ik nu denk te weten, alleen maar de kennis van dit moment is.

En zo stommelen wij blind door het leven.